Inloggen
Kennisbank

AFM: aanvulling leidraad boeterente

16 mei 2023

Sinds maart 2017 bestaat de AFM-Leidraad vergoeding voor vervroegde aflossing. In de volksmond wordt voor de vergoeding voor vervroegde aflossing het woord ‘boeterente’ gebruikt. De Leidraad was een gevolg van de MCD-Richtlijn: die schrijft sinds juli 2016 voor dat de boeterente niet hoger mag zijn dan het werkelijke financiële nadeel van de financiële instelling.

De Leidraad was nodig om een uniforme berekeningsmethodiek te beschrijven, die als uitgangspunt dient voor de hoogte van de in rekening te brengen boeterente. Geldverstrekkers mogen daar van afwijken, maar alleen in het voordeel van de consument.

Aanvulling nodig
Eind 2022 heeft de AFM een aanvulling op de Leidraad ter consultatie aangeboden. Die aanvulling was nodig, omdat er onduidelijkheid was over het moment waarop de vergelijkingsrente moet worden vastgesteld. In tijde van dalende rentes (zoals van 2017 tot begin 2022 het geval was), was deze omissie niet opgemerkt. Nu de rente weer stijgt, blijkt dat geldverstrekkers de vergelijkingsrente op verschillende momenten vaststelden.

Bij dalende rente werd de werkelijke aflosdatum gekozen. Daardoor was die vergelijkingsrente lager. Dat heeft tot gevolg dat het verschil tussen de (oude) contractrente en die vergelijkingsrente hoger is, en de boeterente dus ook. Sinds de rente een stijgende trend liet ziet, gebeurde ineens iets anders: geldverstrekkers hanteerden wel eens data die enige tijd vóór de aflosdatum lagen, waardoor consumenten niet profiteerden van de stijgende rente.

De AFM constateerde dat hierdoor de boeterente in veel gevallen in feite hoger werd dan het werkelijke geleden nadeel. Daarom heeft de AFM op 18 april 2023 de Leidraad aangevuld met regels over het moment van vaststellen van die vergelijkingsrente.

Regels moment vaststellen vergelijkingsrente
De aanvulling bestaat uit een hoofdregel, met twee uitzonderingen.

Hoofdregel
De hoofdregel is, dat de vergelijkingsrente moet worden vastgesteld op de daadwerkelijk datum van aflossing, zowel bij een dalende als stijgende rente. Hierop zijn twee uitzonderingen:

  1. Intern oversluiten
    De AFM noemt dit ‘wijzigen rentecontract’. Daarmee wordt bedoeld dat er intern wordt overgesloten, of dat er rentemiddeling wordt toegepast. Dit is wezenlijk anders dan een echte vervroegde aflossing (zoals bij extern oversluiten). Een geldverstrekker bij wie intern wordt overgesloten, moet immers wel al een bindend renteaanbod doen voor de nieuwe rente. Als de vergelijkingsrente op een later moment wordt vastgesteld, kan de boeterente lager uitvallen dan het werkelijke financiële nadeel.
    Bij intern oversluiten (dan wel rentemiddeling) mag de vergelijkingsrente dus op hetzelfde moment vastgesteld worden als op het moment van het vaststellen van de nieuwe rente.
  2. Hanteren aflosdatum niet mogelijk
    De aflosdatum is de datum die de klant en de aanbieder zijn overeengekomen en als zodanig is opgenomen in de aflosnota of een vergelijkbaar document waarin een finale opgave van de kosten van vervroegd aflossen staat. Wanneer het hanteren van de aflosdatum praktisch gezien niet mogelijk is, kan een aanbieder een datum kiezen voor het vaststellen van de vergelijkingsrente die maximaal vijf werkdagen voor de afgesproken aflosdatum ligt. Deze situatie doet zich bijvoorbeeld voor in het geval de aflossing via de notaris loopt. In dat geval heeft de notaris tijd nodig om een definitieve aflosnota te verwerken.          

Het is dus niet zo dat geldverstrekkers zelf mogen ‘kiezen’ voor een vaststellingsdatum die ligt binnen 5 dagen van de aflosdatum. Een eerdere datum dan de werkelijke aflosdatum, mag alleen worden toegepast als niet duidelijk is wat die werkelijke aflosdatum is. De AFM heeft de Leidraad, inclusief aanvulling, opnieuw uitgebracht.