Op 29 april 2025 maakte de AFM twee bestuurlijke boetebesluiten openbaar. De boetes zijn opgelegd aan Achmea als opvolger van SAREF, die de overtredingen heeft gemaakt. Het ging om boetes in het kader van hypothecaire kredieten voor onvoldoende cliëntonderzoek en voor het niet onverwijld melden van ongebruikelijke transacties.
Dat een relatief klein aantal geconstateerde overtredingen grote gevolgen kan hebben, blijkt uit de boete van in totaal € 1,7 miljoen voor overtredingen in drie dossiers gedurende 4 jaren. Er was zelfs nog sprake van een boetematiging, omdat Achmea bereid was de overtredingen te erkennen en openstond voor een vereenvoudigde afdoening van de zaak. Anders was de boete € 2 miljoen geweest.
Reden oplegging boetes
Wat in de drie dossiers opvalt, is dat er telkens extra aflossingen door de klant werden gedaan op het hypothecaire krediet, terwijl die aflossingen niet in verhouding stonden tot het opgegeven inkomen. Extra aflossingen hoeven op zich niet ongebruikelijk te zijn, maar wel als die niet te verwachten zijn op basis van het eerder opgegeven inkomen.
Overigens zat aan twee van de drie consumenten die deze extra aflossingen deden vaak al een ‘vlekje’. Over één klant kwam een tip binnen dat hij niet zou werken bij de werkgever die hij had opgegeven. Onderzoek door de geldverstrekker leidde bij die klant niet tot een aantoonbare overtreding.
De tweede klant was ooit veroordeeld voor witwassen. Een dergelijke klant verdient wellicht een tweede kans, maar dan zijn extra aflossingen wel snel aanleiding tot nader onderzoek naar de herkomst van dat geld.
De derde klant had weliswaar geen voorgeschiedenis, maar hij deed vijf keer een hoge extra aflossing die niet in verhouding stond tot zijn inkomen.
In deze drie dossiers heeft de financiële dienstverlener enerzijds onvoldoende onderzoek gedaan naar de herkomst van het geld. Anderzijds hadden ze die extra aflossingen sowieso als ongebruikelijke transactie “onverwijld” moeten melden. Dat wil zeggen: zo snel mogelijk, maar in elk geval binnen 14 dagen. Dat heeft SAREF destijds nagelaten, door soms pas na 3 maanden een melding te doen.
Voor jou als adviseur
Als je onafhankelijk hypotheekadvies geeft, val je niet onder de ‘meldergroepen’ voor de Wwft. Wèl als je bemiddelt in levensverzekeringen, wat je als Erkend Financieel Adviseur ook doet. En de Erkend Financieel Adviseur die bij een bank werkt, moet wel alert zijn op signalen die kunnen duiden op witwassen of financiering van terrorisme. Geef dit dan direct door aan je leidinggevende of de verantwoordelijke persoon volgens het interne protocol.
Maar zelfs als de klantrelatie zich beperkt tot een onafhankelijk advies en bemiddeling in hypothecair krediet, moet je bedachtzaam zijn op klanten die extra willen aflossen en daarbij om jouw hulp vragen. Niet alleen om witwassen te vermijden, maar om je klant voor te bereiden op vragen over de herkomst van het geld. Door de strikte handhaving (en torenhoge boetes van de AFM, DNB en/of het Openbaar Ministerie), kijken geldverstrekkers erg argwanend tegen overboekingen van grote bedragen. Met als gevolg dat de klant overstelpt wordt met vragen, waarvan de antwoorden daarop vaak weer nieuwe vragen oproepen.
Klachten daarover tegen de geldverstrekker, zijn meestal kansloos. We gaven daarvan al voorbeelden in de Nieuwsbrief van november 2021. Hoewel er enige beweging lijkt te zitten in de strikte interpretatie van de open Wwft-regels door toezichthouders, bewijst het recente AFM-boetebesluit dat we als financiële dienstverleners nog niet op het gewenste punt zijn. Blijf dus opletten en waarschuw je klant voor de mogelijke vragen die hij krijgt bij extra aflossingen.