Leennormen Consumptief krediet vanaf 17 november 2025

Op 17 november 2025 maakte de Vereniging van Financieringsondernemingen in Nederland (VFN) de nieuwe leennormen voor Consumptieve kredieten (CK) bekend. De nieuwe leennormen traden op dezelfde dag in werking.

Het is voor het eerst dat VFN zelfstandig de nieuwe leennormen vaststelt. Tot en met 19 november 2024, toen de vorige versie verscheen, waren VFN en de Nederlandse Vereniging van Banken nog gezamenlijk verantwoordelijk voor de publicatie.

 

Algemeen beeld

Ook VFN maakt voor de CK-leennormen gebruik van de diensten van het Nationaal Instituut voor Budgetvoorlichting (Nibud). Dat gebeurt ook al voor de HK-leennormen (de Tijdelijke regeling hypothecair krediet).

Het beeld is dan ook hetzelfde: omdat de inflatie ongeveer 3,2% was, maar de loonstijging hoger, kunnen veel mensen iets meer gaan lenen.

Dat geldt niet voor iedereen. Alleenstaanden en huurders profiteren het meest. Gezinnen met kinderen profiteren niet of nauwelijks. Zelfs met een loonstijging van 4,4% kan die groep ongeveer hetzelfde lenen als onder de oude leennormen.

 

Indeling leennormen en hoofdregels blijven gelijk

Vorig jaar is de opzet van het leennormendocument grondig aangepakt. Dat maakt de opbouw wat logischer en makkelijker leesbaar.

Deze opzet blijft vanaf 17 november 2025 hetzelfde.

Ook de hoofdregels van de leennormen zijn gelijk gebleven. Dat wil zeggen, dat er geen veranderingen zijn in:

  • de wijze van vaststellen van het toetsinkomen,
  • de extra inkomenscomponenten,
  • de bepaling van de bestendigheid van het inkomen,
  • verificatie van het inkomen,
  • de wijze waarop verplichtingen worden meegenomen.

Wat ook niet verandert, is de wijze waarop de maximale lening vastgesteld wordt, als de maximale maandlast is berekend.Er leek vorig jaar sprake van te zijn, dat er dit jaar nog maar één berekeningswijze toegestaan zou zijn (de werkelijke lastentoets). Dat is echter niet het geval.

Voor een Doorlopend Krediet (DK of ‘revolverend krediet’, RK) geldt dat de maximale maandlast vermenigvuldigd wordt met 50 om tot de maximale lening te komen. Hoewel een zuiver DK niet meer wordt aangeboden, is er geen wettelijk verbod op. Daarom blijven regels daarover nog relevant. 

Voor Aflopende Kredieten (zoals een persoonlijke lening (PL)) blijven twee berekeningsmethodes naast elkaar bestaan:

  1. De fictieve lastentoets: de maximale maandlast x 50 is de maximale lening; of
  2. De werkelijke lastentoets: de werkelijke last van de gewenste lening wordt berekend, alsof die lening een looptijd heeft van 96 maanden. Als die ‘werkelijke last’ lager is dan de maximale maandlast, is de lening toegestaan. 
    We zetten hier ‘werkelijke last’ tussen aanhalingstekens, omdat je deze berekening ook mag maken als de looptijd korter is dan 96 maanden. De echte maandlast is dan dus hoger dan die ‘werkelijke maandlast’. 
    Als de looptijd korter is, en de maandlast wordt daardoor hoger dan de maximale maandlast, dan moet de kredietnemer nadrukkelijk gewaarschuwd worden voor die hoger dan verantwoorde maandlast.

Voorbeeld: 
Xantippe wil een persoonlijke lening van €10.000 afsluiten met een looptijd van 6 jaar en een rente van 8%. Haar maximale maandlast is vastgesteld op € 150. 
De maandlast voor dit krediet is € 175,33. Dat is dus te hoog. Maar als ze deze PL zou afsluiten met een looptijd van 8 jaar, is de maandlast € 141,37. Dat is dan de ‘werkelijke maandlast’. Omdat die lager is dan € 150, mag deze lening verstrekt worden, ook met een looptijd van slechts 6 jaar. 
De adviseur moet Xantippe dan wel uitdrukkelijk waarschuwen dat haar echte maandlast hoger is dan wat ze eigenlijk kan betalen. En de aanbieder moet Xantippe ook altijd in de gelegenheid stellen om de looptijd alsnog te verlengen tot 8 jaar.

 

Indexaties

De basis van de berekening van de maximale leencapaciteit blijft gelijk. Er is sprake van een Basisnorm, een maximale Leennorm, diverse surplussen en overige getalsmatige factoren. Die percentages en bedragen zijn mede afhankelijk van de gezinssamenstelling. Al deze bedragen zijn herrekend (geïndexeerd) naar de stand van zaken van 2025. Alle nieuwe bedragen en percentages zijn via de link naar de nieuwe gedragscode te vinden.

Het verschil in leencapaciteit tussen de oude en de nieuwe gedragscode, schetsen we in onderstaand voorbeeld.

Situatie

Een paar (35 en 37 jaar) met één kind (3 jaar) heeft een netto maandinkomen van € 2.500 + € 3.000 = € 5.500.
Ze hebben één eigen auto. Ook hebben ze een eigen woning. De totale bruto maandlast voor de hypotheek is € 1.100. 
Het kind gaat naar de kinderopvang. Dat kost ze € 500 per maand, maar ze ontvangen € 220 kinderopvangtoeslag. Verder hebben ze geen financiële verplichtingen.

 
CK-leencapaciteit van 19-11-2024 tot 17-11-2025

 

CK-leencapaciteit vanaf 17-11-2025

(dikgedrukt= geïndexeerd getal nieuwe gedragscode)

Het netto inkomen is > 1,5x modaal.

De basisnorm is € 2.675.

De leennorm = basisnorm + 6,5% * (€ 5.500 -/- € 1.954) = € 2.905,49
Dat is hoger dan de maximale leennorm van
€ 2.821. Er wordt dus uitgegaan van dit lagere bedrag.

 

Surplus eigen woning:    € 121

Surplus auto:                    €   64

Leennorm incl. surplussen: € 3.006.

 

Berekening netto maandlast hypotheek:

€ 1.100 -/- 11% IB-voordeel = € 979.

Berekening in aanmerking te nemen kinderopvangkosten: € 500 -/- € 220 -/- € 260 = € 20.

 

Maximale maandlast CK:

€ 5.500 -/- € 3.006 -/- € 979 -/- € 20 = € 1.495.

 

Maximale lening: 50 x € 1.495 = € 74.750.

Het netto inkomen is > 1,5x modaal.

De basisnorm is € 2.757

De leennorm = basisnorm + 9% * (€ 5.500 -/- € 2.033) = € 3.069,03. 
Dat is hoger dan de maximale leennorm van
€ 2.968. Er wordt dus uitgegaan van dit lagere bedrag.

 

Surplus eigen woning:    € 122

Surplus auto:                    €   44

Leennorm incl. surplussen: € 3.134.

 

Berekening netto maandlast hypotheek:

€ 1.100 -/- 7% IB-voordeel = € 1.023.

Berekening in aanmerking te nemen kinderopvangkosten: € 500 -/- € 220 -/- € 247 = € 33.

 

Maximale maandlast CK:

€ 5.500 -/- € 3.134 -/- € 1.023 -/- € 33 = € 1.310.

 

Maximale lening: 50 x € 1.310 = € 65.500.

 

Conclusies

Voor dit voorbeeldgezin daalt de CK-leencapaciteit met € 9.250 (12,4%)!

Dat is niet alleen te verklaren door de hogere kosten voor levensonderhoud in zijn algemeen. Het komt in deze gezinssituatie met name door de combinatie van hogere kosten voor gezinnen met kinderen en hogere kosten van een eigen woning.

Het voordeel van de hypotheekrenteaftrek wordt namelijk steeds lager ingeschat. Dat was twee jaar geleden nog 15%, vorig jaar 11% en nu nog maar 7%.

Ook zijn juist voor gezinnen met kinderen de kosten sterker gestegen dan de inflatie.

 

Bij een bruto loonsverhoging van 4,4%, zou het gezamenlijke netto inkomen met zo’n 3,3% stijgen.

In dat geval zou de leencapaciteit uitkomen op € 74.575: net iets lager dan tot 17 november 2025.

 

 

In de berekening hierboven, zijn niet alle gewijzigde bedragen of percentages opgenomen. Het geeft dus geen compleet beeld van alle indexaties.

Inhoudelijke wijzigingen

Naast de indexaties, zijn er twee inhoudelijke wijzigingen die relevant zijn:

  • Aanpassing verduurzamingsmaatregelen
    De lijst met verduurzamingsmaatregelen is veranderd. Zonnepanelen zijn uit de lijst gehaald (vanwege afschaffing van de salderingsregeling). Een volledig elektrische warmtepomp is er aan toegevoegd. 
    Bij verduurzamingsmaatregelen is de financieringsruimte groter. Je mag de werkelijke lastentoets gebruiken, maar dan met een fictieve looptijd van 180 maanden. Dat is niet veranderd.
  • Toekomstige pensioensituatie
    In de vorige leennormen stond dat je rekening moest houden met een wijzigend inkomen. Als het krediet langer duurt dan het moment waarop vaststaat dat het inkomen wijzigt, moet je rekenen met het gewijzigde inkomen. 
    Deze regel heeft nu een eigen paragraaf gekregen met de naam “toekomstige pensioensituatie”. Als iemand de AOW-gerechtigde leeftijd bereikt voordat het CK is afgelost, moet gerekend worden met het pensioeninkomen. Je mag dan ook rekenen met de toekomstige (fictieve) lasten, zoals bij een gewijzigde gezinssamenstelling. 
    Voor DK’s geldt dat er met het pensioeninkomen gerekend moet worden vanaf 58 jaar.

 

Belang voor de praktijk

De praktijk van de SEH Erkend Financieel Adviseur beperkt zich niet alleen tot hypothecaire kredieten. Je kunt ook adviseren om een consumptief krediet aan te gaan. Zelfs als dat voor een verbouwing of verbetering (zoals verduurzaming) van de woning is. Bij relatief lage bedragen, is een CK zelfs voordeliger dan een hypothecair krediet. Er zijn immers veel minder bijkomende kosten.

Neem dus een CK mee in je advies, zodat je in het belang van de klant de beste optie kunt aanbieden.