Enige nuancering is op zijn plaats
De titel van de publicatie is ietwat misleidend. Het impliceert dat het kabinet een bewuste keuze gemaakt zou hebben om de renteaftrek te verhogen. Het nieuwe aftrektarief is geen ‘nieuw beleid’, maar simpelweg het gevolg van invoeging van een extra schijf in combinatie met bestaande wetgeving (art 10.2a Wet IB2001), zoals we al uitlegden in onze Nieuwsbrief van oktober 2024.
Ook de opmerking dat er ineens sprake is van het ontstaan van ‘ongelijkheid’ is niet helemaal juist. De 20% van de Nederlanders die de AOW-gerechtigde leeftijd hebben bereikt, weten wel beter: velen van hen kunnen de rente slechts aftrekken tegen 19,07% (2024) of 17,92% (2025). Die ongelijkheid is dan ook niet nieuw. De beperking van de hypotheekrenteaftrek (de tariefmaatregel) zou bovendien eerst veel langzamer plaatsvinden (over een periode van 30 jaar). En tot een tarief van destijds 42%. Deze afbouw is veel sneller èn verder gegaan dan destijds voorgespiegeld.
De hoogleraar rekent het financiële tekort bovendien uit op onjuiste gronden: hij gaat uit van een tarief van 35,82% ten opzichte van het nieuwe tarief van 37,48% om vast te stellen dat dit € 400 miljoen extra kost.
Die vergelijking gaat om meerdere redenen niet op. Een juiste vergelijking zou zijn om 37,48% te vergelijken met de 36,97% van 2024. De extra budgettaire derving is dan nog maar € 171 miljoen, zo rekent ook de Staatssecretaris voor (zie pagina 86 van de Nota nav het Verslag EK Belastingplan 2025). Dit bedrag is zelfs nog lager, omdat die € 171 miljoen betrekking heeft op alle grondslagverminderende aftrekposten (zoals ook alimentatie, de MKB-winstvrijstelling en zelfstandigenaftrek). Tot slot is de Europese subsidie van € 5,4 miljard uit de Herstel en Veerkrachtfaciliteit niet afhankelijk van verdere afbouw van hypotheekrenteaftrek.
Voor de individuele huizenbezitter zijn de gevolgen bovendien bijzonder klein. Zie voor een rekenvoorbeeldje, rekening houdend met de Algemene Heffingskorting, het artikel van Jan Martijn Hengeveld in de Erkend van december 2024.
SEH is het eens met één argument
De publicatie bevat een sterk argument: de hypotheekrenteaftrek in de huidige vorm is onhoudbaar, gezien het naderende jaar 2031. Op dat moment wordt nog minder duidelijk wie nog hoe lang en over welk bedrag hypotheekrenteaftrek krijgt, omdat dan de eerste 30-jaarstermijnen vervallen.
SEH sluit zich aan bij de kritiek dat de hypotheekrenteaftrek in zijn huidige vorm onhoudbaar wordt, zeker na 2031, wanneer de eerste 30-jaarstermijnen vervallen en de regels voor consumenten met een eigenwoningschuld nog onduidelijker worden. Dit onderstreept de noodzaak voor een grondige herziening van de eigenwoningregeling. SEH benadrukt daarbij dat een constructieve discussie nodig is en dat tendentieuze berichten, zoals over een vermeende ‘verhoging van de hypotheekrenteaftrek’, hierbij eerder verwarring zaaien dan bijdragen aan oplossingen.
SEH zet zich in voor een duidelijker en evenwichtiger eigenwoningregeling. Die moet voor de belastingbetaler duidelijk zijn en voor de adviseur toepasbaar. Wij proberen de politiek met valide argumenten en suggesties te bewegen tot een andere eigenwoningregeling, op een manier waarop het de eigenwoningbezitter financieel zo min mogelijk raakt.
Disclaimer
Dit artikel is geschreven naar inzicht van 10 december 2024. Stichting Erkend Hypotheekadviseur heeft bij het schrijven en redigeren van dit artikel de nodige zorgvuldigheid betracht. Stichting Erkend Hypotheekadviseur is op geen enkele wijze verantwoordelijk voor de schade die ontstaat als gevolg van eventuele onjuistheden in deze tekst.