Inloggen
Kennisbank

Voorstel nadere invoering Wijzigingsbesluit Financiƫle Markten 2021

16 dec 2021

Jaarlijks beziet de minister van Financiën of er op het gebied van Financiële Markten enkele wetten gewijzigd moeten worden. Daar wordt dan een Wijzigingsbesluit voor opgesteld dat wordt voorgelegd aan de Kamer en stakeholders (zoals de AFM).

In 2020 werd het eerste ontwerp van het Wijzigingsbesluit Financiële Markten 2021 gepubliceerd. Dat besluit bevatte diverse onderdelen. Eén van die onderdelen was bijvoorbeeld het besluit om verhogingen van een hypothecair krediet zonder advies (execution only) onder voorwaarden mogelijk te maken zonder dat de klant een kennis- en ervaringstoets hoeft te doen. Dit deel van het besluit is op 1 april 2021 ingegaan. In de Nieuwsbrief van april 2021 hebben we dat toegelicht.

De rest van het Wijzigingsbesluit 2021 bevatte onderdelen die meer weerstand opriepen bij diverse partijen en daardoor nog niet ingevoerd zijn. De minister heeft nu echter een aangepast voorstel gedaan om het oorspronkelijke plan toch om te zetten in wetgeving. Het gaat om zeven hoofdonderwerpen, waarvan we de twee meest relevante voor Erkend Financieel Adviseurs nader uitleggen:

  1. Specifieke eisen geautomatiseerd advies
  2. Actieve provisietransparantie schadeverzekeringen

Ad 1) Geautomatiseerd advies
Er wordt door verschillende partijen steeds meer software aangeboden die verder gaat dan alleen het inventariseren of analyseren van klantgegevens. De software richt zelfs zonder menselijke tussenkomst een advies in. Er zullen in de toekomst steeds meer financiële producten worden aangeboden via geautomatiseerd advies, zo is de verwachting. Dat blijft niet beperkt tot een relatief eenvoudige overlijdensrisicoverzekering, maar kan het hele scala aan complexe financiële producten overspannen, dus ook hypothecaire kredieten. De minister vindt geautomatiseerd advies een prima ontwikkeling voor klanten bij wie dit past. Maar dan moet de wet wel voorzien in bepaalde waarborgen. De Wft bevat nu nog allerlei vakbekwaamheidseisen, die gebaseerd zijn op persoonlijk advies van een menselijk adviseur. In het Wijzigingsbesluit wordt expliciet opgenomen dat ook geautomatiseerd advies aan dezelfde vakbekwaamheidseisen moet voldoen. De wet zal hierop worden aangepast (is het voorstel).

Er zijn diverse risico’s van geautomatiseerd advies:

  • De klant kan onjuiste of onvolledige informatie invoeren. Dat komt soms pas uit nadat het advies is gegeven. Dan heeft de klant mogelijk een niet passend product.
  • De tool kan een systeemfout of incorrect algoritme bevatten, dat te laat aan het licht komt.
  • Een financiële dienstverlener kan de software inkopen om te gebruiken, maar niet zelf ontwikkeld hebben. Deze dienstverlener heeft dan nauwelijks controle over de dienstverlening.Daarom moeten er diverse waarborgen ingebouwd worden. Dat zijn:
  • Twee of meer personen zijn verantwoordelijk voor het geautomatiseerd systeem en de geautomatiseerde adviezen. Zij moeten beschikken over de benodigde vakbekwaamheid om het advies rechtstreeks te kunnen geven.
  • Vooraf moet bepaald worden wat een geschikte doelgroep en financieel product is waarvoor geautomatiseerd advies kan worden gegeven. De financiële dienstverlener moet via scenarioanalyses kunnen aantonen dat de door het geautomatiseerd systeem gegenereerde adviezen in alle verschillende scenario’s voldoen aan de regels die aan het advies worden gesteld.
  • Na ingebruikname moet periodiek zeker worden gesteld dat het geautomatiseerd advies de laatst beschikbare kennis meeneemt, conform ook de eisen van permanent educatie. Om dat zowel voorafgaand aan de ingebruikname als tijdens het gebruik te kunnen vaststellen, moet de controle plaatsvinden door vakbekwame natuurlijke personen die hiervoor door de financiële dienstverlener zijn aangewezen.
  • Als er een fout ontdekt wordt in de tool, moet die tool direct stilgelegd worden en moeten alle eerdere adviezen nog eens nagelopen worden op die fout. En de klanten moeten geïnformeerd worden over die fout.

Tot slot zijn er nog diverse andere waarborgen. Zo moeten er allerlei controlevragen aan de klant worden gesteld, omdat die bepaalde vragen mogelijk niet goed snapt. Het systeem moet ook tegenstrijdige antwoorden herkennen en daar vervolgvragen over stellen. Geautomatiseerd advies is dus niet zomaar even ingeregeld als deze wetgeving ingaat.

Ad 2) Actieve provisietransparantie schadeverzekeringen
Erkend Financieel Adviseurs worden geacht ook over aanpalende producten bij complexe financiële producten te adviseren, zoals over schadeverzekeringen. Voor hypotheekadvies en advies over inkomensverzekeringen bestaat een provisieverbod. Dat geldt echter niet voor schadeverzekeringen. Sterker nog: voor de meeste schadeverzekeringen is het juist verboden om een andere beloning te krijgen dan provisie (zie art. 86d BGfo). Een adviseur moet op basis van diezelfde regelgeving inzicht geven in de hoogte van de provisie, maar alleen als de klant daarom vraagt. Dat laatste wordt anders, als het aan de minister ligt.
In een nieuw voorgesteld artikel in het BGfo, is opgenomen dat bemiddelaars en adviseurs consumenten moeten informeren voorafgaande aan de totstandkoming van een overeenkomst over het bedrag van de afsluitprovisie en doorlopende provisie die wordt ontvangen. Daarmee wordt bereikt dat (1) consumenten begrijpen dat zij indirect de bemiddelaar of adviseur betalen voor de dienstverlenging, (2) zij daarom ook een beroep kunnen doen op de dienstverlening en (3) dat beroep op de dienstverlening in verhouding gezien moet worden tot het betaalde bedrag aan provisie.

Op dit voorstel komt een storm van kritiek, vooral van assurantietussenpersonen. Het is immers pas duidelijk hoe hoog de provisie is nadat het advies is gegeven of de klant de schadeverzekering definitief heeft gekozen waarin bemiddeld wordt. De minister vindt dat een gesprek over de wijze van beloning voor de dienstverlening toch al mogelijk is voorafgaand aan het definitieve advies. Het is aan de bemiddelaar of adviseur hoe hij het provisiebedrag per product overbrengt aan de consument en in welk stadium hij de consument al informeert over het algemene principe van provisie. Een mondelinge mededeling behoort hierbij tot de opties. Als het exacte bedrag niet kan worden berekend, dan moet de wijze van berekening worden medegedeeld.

De minister heeft in een aparte brief op 25 november 2021 aangegeven dat de AFM onderzoek heeft gedaan naar de uitvoerbaarheid van de actieve provisietransparantie. En de uitkomst daarvan is dat het best mogelijk is. De minister ziet dus geen reden het (nog langer) uit te stellen. Wel wil hij een overgangstermijn instellen, mede op advies van de AFM. Als het wetsvoorstel ingegaan is, hebben bemiddelaars/adviseurs nog twee jaar de tijd om de regels in te voeren. Dus eerder dan in 2024 zal dit voor veel partijen nog niet spelen.

Een verdere afbakening is dat de actieve provisietransparantie alleen geldt voor particuliere schadeverzekeringen (en dus niet voor zakelijke schadeverzekeringen). Ook geldt de nieuwe wetgeving alleen voor nieuwe contracten. Klanten met lopende overeenkomsten hoeven dus niet actief geïnformeerd te worden over de provisie, ook niet als er aanpassingen zijn in polissen.