KG:070:2024:6 – eenmalige uitkering hoogbejaarde erfgenaam toegestaan
Wanneer de rekeninghouder van een bancaire lijfrente overlijdt, terwijl die lijfrente in de uitkeringsfase zit, gaan de termijnen over op de erfgenamen. Die regel is simpel. Als de lijfrente echter nog in de opbouwfase zit en de rekeninghouder overlijdt, dan zijn er allerlei regels over de minimale uitkeringsduur (zie art. 3.126a, vierde lid, onder b Wet IB 2001). De uitkeringsduur is mede afhankelijk van de relatie van de erflater tot de erfgenaam. Bij de kennisgroep werd gevraagd hoelang er uitgekeerd moet worden als een erfgenaam al 91 jaar oud is.
Het antwoord daarop is dat als de erfgenaam (vanaf 2025 kan dit ook een legataris zijn) ouder is dan zijn of haar AOW-leeftijd + 20 jaar, dat het hele saldo dan in één keer uitgekeerd mag worden. Die eenmalige slotuitkering is wel gewoon belast, maar er hoeft geen revisierente over betaald te worden. De vraag kwam op, omdat in de wet staat dat er sprake moet zijn van termijnen (meervoud). Dat moeten we dus niet zo letterlijk nemen, aldus de kennisgroep.
KG:070:2024:7 – automatische afkoopclausule bij overlijden rekeninghouder
Als een rekeninghouder van een bancaire lijfrente overlijdt, voordat de uitkeringen zijn ingegaan, dan hebben de erfgenamen tot 31 december van het tweede jaar volgend op dat overlijden de tijd om de uitkeringen in te laten gaan. Die termijn kan, in bijzondere omstandigheden, verlengd worden. De bancaire instelling waar de lijfrente loopt, wil vaak niet zo lang wachten. Het geeft allerlei uitvoeringsproblemen, als de lijfrente precies op 01-01 om 00:00 uur (na het verstrijken van de maximale termijn) van rechtswege afgekocht wordt. Daarom is er in de voorwaarden van de bank steeds vaker een automatische afkoopclausule opgenomen. Die regelt dat de lijfrente kort vóór het verstrijken van de uiterste termijn al wordt afgekocht.
De vraag werd voorgelegd of een bank dat zomaar mag doen. Er bestaat immers een afkoopverbod. De kennisgroep geeft aan dat een dergelijke automatische afkoopclausule wel is toegestaan, zolang het kort voor het verstrijken van die einddatum ligt, bijvoorbeeld in november of december van het jaar waarin die termijn verstrijkt. Voor de erfgenamen betekent dit dat ze iets korter de tijd hebben om de nalatenschap en de lijfrente af te wikkelen. Bij afkoop is de uitkering belast en wordt er revisierente in rekening gebracht. Ook als die afkoop het gevolg is van een door de bank in de voorwaarden opgenomen automatische afkoop.
KG:070:2024:8 – Kan een bancaire oudedagslijfrente worden omgezet naar een nabestaandenlijfrente?
De vraag die aan de kennisgroep werd voorgelegd, was de volgende situatie: Stel dat iemand een bancaire oudedagslijfrente heeft opgebouwd. Hij bereikt de uiterste termijn om daar een oudedagslijfrente van aan te kopen (AOW-leeftijd + 5 jaar). Maar hij wil ervoor kiezen om het saldo te gebruiken als nabestaandenlijfrente.
Het antwoord daarop is ontkennend.
Je kunt een bancaire oudedagslijfrente niet omzetten naar een bancaire nabestaandenlijfrente. Een bancaire nabestaandenlijfrente kan alleen bestaan als de rekeninghouder van een lijfrente is overleden. Het maakt daarbij ook niet uit of die termijn (AOW-leeftijd + 5 jaar) is verstreken of niet. Dat wil zeggen: als de termijn is overschreden, zal de lijfrente van rechtswege afgekocht worden (behoudens een overgangstermijn om uitkeringen aan te kopen). Het resterende saldo (na inkomstenbelasting en revisierente) kan de rekeninghouder natuurlijk gebruiken zoals hij wil. Maar hij kan er niet fiscaal gefacilieerd (met aftrek) een nabestaandenlijfrente van aankopen.
Disclaimer
Dit artikel is geschreven naar inzicht van 10 december 2024. Stichting Erkend Hypotheekadviseur heeft bij het schrijven en redigeren van dit artikel de nodige zorgvuldigheid betracht. Stichting Erkend Hypotheekadviseur is op geen enkele wijze verantwoordelijk voor de schade die ontstaat als gevolg van eventuele onjuistheden in deze tekst.