Inloggen
Kennisbank

Belangrijkste wijzigingen sociale zekerheid 2024

17 jan 2024

Jaarlijks worden ook diverse cijfers, percentages en regels met betrekking tot de sociale zekerheid aangepast. Wij benoemen hier de belangrijkste aanpassingen in 2024, waarbij het begrip ‘sociale zekerheid’ ruim uitgelegd wordt.

Wettelijk minimumloon en uitkeringsbedragen
Sinds 2024 geldt een minimumuurloon in plaats van een minimum maandloon. Dat betekent dat het minimumloon niet meer (mede) afhankelijk is van cao-afspraken over wat een voltijds dienstverband is. Vanaf 1 januari 2024 is het minimumuurloon € 13,27 voor iedereen die 21 jaar of ouder is. Voor leeftijden onder de 21 jaar zijn de minimumuurlonen lager. 

De meeste uitkeringen, zoals de AOW, bedragen uit de Participatiewet (bijstand, Wajong, IOAW, etc.), zijn meegestegen met het minimumuurloon. Deze uitkeringen zijn hier immers aan gekoppeld.

Maximum dagloon
Het maximum dagloon bedraagt per 1 januari 2024 € 274,44 per dag (1 januari 2023 € 256,54 per dag). Dat is op jaarbasis € 71.628 (2023: € 66.956,94).

De maxima voor een WW-uitkering stijgen daardoor tot € 4.476,75 (75%) voor de eerste twee maanden en daarna € 4.178,30 per maand (70%). Deze bedragen zijn inclusief vakantiegeld. Ook de maxima van de IVA en WGA zijn hierdoor veranderd.

Maximale transitievergoeding
De maximale vergoeding bij ontslag is in 2024 € 94.000 (2023: € 89.000) of een jaarsalaris.

AOW-leeftijd, pensioenrichtleeftijd en aanvulling in derde pijler
Eerste en tweede pijler

De AOW-leeftijd is in 2024 omhoog gegaan naar 67 jaar. De komende jaren 2025 tot en met 2027 blijft de AOW-leeftijd gelijk. In 2028 wordt de AOW-leeftijd 67 jaar en 3 maanden en dat blijft zo in 2029.

De pensioenrichtleeftijd blijft in 2024 onveranderd op 68 jaar. Dat betekent dat de maximale opbouwpercentages van ouderdomspensioen in de tweede pijler ongewijzigd blijven. Wel zijn ook hier de AOW-franchises geïndexeerd.

Het maximale pensioeninkomen is in 2024 € 137.800 (2023: € 128.810). De maximale afkoopsom van pensioenaanspraken zonder revisierente is in 2024 € 592,51. Dat is een lager bedrag dan in 2023 (€ 594,89). Dat komt doordat dit bedrag aan een andere index gekoppeld is (de consumentenprijsindex van oktober 2023 ten opzichte van oktober 2022). In die periode daalden de prijzen met 0,41%. Deze index bepaalt bijvoorbeeld ook de vermogensvrijstellingen in de Participatiewet (bijstand), die dan ook iets lager worden in 2024 dan in 2023.

Onduidelijkheid Bedrag Ineens
Het is nog steeds onduidelijk wanneer het Bedrag Ineens in werking treedt. Het zal in elk geval tot 1 januari 2025 duren voordat pensioengerechtigden eenmalig maximaal 10% van hun ouderdomspensioen kunnen opnemen.

Derde pijler – lijfrenten
Sinds de invoering van de Wtp op 1 juli 2023 is de jaarruimte met terugwerkende kracht maximaal 30% van de premiegrondslag. Dat percentage geldt ook in 2024.

De jaarruimteformule blijft in 2024 gelijk, behalve de AOW-franchise:
30% x (gemaximeerd inkomen -/- € 17.545) -/- 6,27 x A

De AOW-franchise is sinds 2024 gelijk aan de AOW-franchise voor middelloon- en beschikbare premieregelingen in de tweede pijler. Als een werknemer deelneemt aan een pensioenregeling waarvan de transitie naar het nieuwe pensioenstelsel is voltooid, dan geldt de werkelijke pensioenpremie in plaats van de som 6,27 x A.

De maximale jaarruimte komt in 2024 uit op:
30% x (€ 137.800 -/- € 17.545) = € 36.077

Daarnaast zijn ook de overige lijfrentebedragen geïndexeerd:

  • Reserveringsruimte
    Deze bedraagt maximaal € 41.608 (2023: met terugwerkende kracht € 38.000). Sinds 2023 is de reserveringsruimte niet meer gemaximeerd op 17% van de premiegrondslag en is ook niet meer leeftijdsafhankelijk.
  • Tijdelijke oudedagslijfrente
    De maximale jaaruitkering is € 26.463 (2023: € 24.168).
  • Stakende ondernemers
    De lijfrentepremieaftrek voor stakende ondernemers wordt respectievelijk € 559.483, € 279.752 of € 139.885 (2023: € 510.970, € 255.495 of € 127.755), afhankelijk van de leeftijd op het moment van staken, dan wel de mate van arbeidsongeschiktheid of het direct laten ingaan van de uitkeringen.
  • Afkoopgrens lijfrenten
    Kleine lijfrenteverzekeringen met een waarde in het economisch verkeer tot maximaal € 5.364 (2023: € 4.898) kunnen afgekocht worden, zonder dat revisierente wordt betaald.

(Gedeeltelijke) afkoop lijfrente i.v.m. AO
Artikel 3.133, negende lid Wet IB2001 is gewijzigd. Vanaf 2024 is wettelijk vastgelegd dat bij afkoop boven de in dat artikel genoemde grens in verband met arbeidsongeschiktheid, alleen het meerdere met revisierente wordt belast. Volgens de letterlijke wettekst werd het hele bedrag belast, wanneer dat boven de drempel uitkwam.

UPO-modellen 2024
De definitieve UPO-modellen 2024 zijn gepubliceerd. Hierin zijn enkele wijzigingen opgenomen ten opzichte van de UPO-modellen 2023. De wijzigingen hebben vooral betrekking op wijzigingen in het kader van de Wtp. Voor pensioenregelingen die de transitie nog niet gemaakt hebben, gelden die aanpassingen nog niet.