Allereerst moet aan specifieke voorwaarden voldaan worden, om te vermijden dat de schuld meetelt bij de excessief lenen-grens. Ten tweede vanwege een wijziging van die grens vanaf 2024.
Voorwaarde vestigen hypotheek
Wanneer iemand geld leent voor aanschaf, onderhoud of verbetering van de eigen woning, kwalificeert die schuld als eigenwoningschuld. Er moet wel aan de overige fiscale voorwaarden voldaan worden (zoals de aflossingseis). Maar het hoeft geen hypothecair krediet te zijn. Ook een consumptief krediet, zonder hypothecaire dekking, kan een eigenwoningschuld zijn. Dat geldt ook voor de dga die bij zijn eigen BV leent.
Sinds 2023 is de Wet excessief lenen bij een eigen vennootschap in werking getreden. Voor leningen van de dga (samen met zijn partner) boven de € 700.000 geldt dat die lening ‘excessief’ is (art. 4.13, lid 1 onder f Wet IB2001, juncto 4.14a en verder). Het meerdere is belast als inkomen in box 2 (aanmerkelijk belang). Overigens geldt dit ook voor schulden aan ‘verbonden personen’ (bloed- en aanverwanten in de rechte lijn van de dga of partner). Eigenwoningschulden vallen dan weer niet binnen die leengrens van € 700.000. Daarvoor geldt dan wel de extra eis (art. 4.14a, lid 6) dat een recht van hypotheek is gevestigd op die eigen woning (met de BV als hypotheeknemer). De hoogte van die eigenwoningschuld zelf is niet begrensd.
Overgangsrecht eigenwoningschulden bij de eigen BV
Als er op 31 december 2022 al een eigenwoningschuld liep bij de eigen BV, zonder dat hier hypothecaire zekerheid op gevestigd is, dan geldt overgangsrecht. Ook deze eigenwoningschulden vallen buiten de € 700.000-grens, ex art 10a.23 Wet IB2001.
Standpunt Kennisgroep reikwijdte overgangsrecht
Uit het artikel 10a.23 is niet op te maken wat de reikwijdte van het overgangsrecht precies is. Daarin wordt namelijk alleen gerept over ‘een op 31 december 2022 bestaande eigenwoningschuld’. Stel nu dat iemand eind 2022 al een eigenwoningschuld heeft bij een bank of andere geldverstrekker en die na 1 januari 2023 wil herfinancieren bij de eigen BV, geldt het overgangsrecht dan ook?
Deze vraag is voorgelegd aan de Kennisgroep aanmerkelijk belang van de Belastingdienst. Het antwoord op de vraag is negatief. Als op of na 1 januari 2023 een al bestaande eigenwoningschuld (niet bij de BV) wordt overgesloten naar de eigen BV, dan moet er alsnog hypotheek gevestigd worden op de woning door die BV. De Kennisgroep beroept zich bij dit antwoord op Kamerstukken waaruit blijkt dat het de bedoeling van de wetgever was om het overgangsrecht alleen te laten gelden voor eigenwoningschulden die al bij de eigen BV liepen op 31 december 2022.
Grens excessief lenen omlaag vanaf 2024
In het Belastingplan 2024 was een voorstel opgenomen om de giftenaftrek in de vennootschapsbelasting voor giften onder de € 100.000 af te schaffen. Juist relatief kleine bedrijven die schenkingen aan goede doelen doen, zouden hierdoor een nadeel ondervinden. Via een aangenomen amendement wordt de afschaffing van deze giftenaftrek teruggedraaid. Dat kost de schatkist ongeveer € 11 miljoen. Om dit tekort te dekken, wordt de excessief lenen-grens verlaagd van € 700.000 naar € 500.000.
Voor dga’s die een lening hebben bij de eigen BV en die niet kwalificeert als eigenwoningschuld, kan dit betekenen dat ze ineens toch excessief blijken te lenen.
Voor uw praktijk
Als u dga’s adviseert, zijn de in dit artikel genoemde regels mogelijk erg belangrijk. Allereerst is het standpunt van de Kennisgroep van belang. Omdat de wettekst zelf niet duidelijk is, kan het best zijn dat een dga in 2023 een eigenwoningschuld (van bijvoorbeeld € 650.000) heeft overgesloten naar zijn eigen BV, zonder hier hypotheek voor te vestigen. Als deze dga naast de eigenwoningschuld nog een andere schuld heeft bij de BV (bijvoorbeeld € 550.000), dan cumuleren deze bedragen tot een schuld van € 1.200.000 die uitkomt boven de excessief lenen-grens van € 700.000. Er moet in box 2 belasting betaald worden over € 500.000, als deze situatie ongewijzigd blijft tot en met 31 december 2023. Het peilmoment voor schulden aan de eigen BV is namelijk 31 december. Er is nu dus nog wel tijd om dit te repareren. Als deze BV vóór 31 december 2023 hypotheek vestigt ten behoeve van de eigenwoningschuld van € 650.000, dan blijft hij onder de grens van € 700.000 (alleen de reguliere schuld van € 550.000 telt dan mee).
Als de excessief lenen-grens in 2024 verlaagd wordt naar € 500.000, betekent dit voor diezelfde dga, dat hij wel box 2-belasting moet betalen over het excessieve deel boven die grens (€ 550.000 -/- € 500.000 = € 50.000). Ook hiervoor geldt dat het peilmoment ligt op 31 december van dat jaar (2024). De dga heeft dan dus nog het hele jaar 2024 de tijd om € 50.000 af te lossen op zijn schuld bij de BV, om te vermijden dat hij belasting moet betalen over het excessieve deel.
In het amendement is weliswaar benoemd dat de excessief lenen-grens op 1 januari 2024 verlaagd wordt, maar het peilmoment is niet aangepast. Dat zou dus betekenen dat niet elke dga met een schuld (anders dan een eigenwoningschuld) boven de € 500.000 op 1 januari 2024 direct een probleem heeft. Dat heeft hij pas als hij de schuld gedurende 2024 niet terug kan brengen tot onder die grens.
Het plotselinge verlagen van de grens van € 700.000 naar € 500.000 is wel een teken aan de wand voor dga’s: de wetgevende macht (in dit geval de Tweede Kamer, nu het kabinet demissionair is) is erg wispelturig. Nu men ook deze knop heeft gevonden om aan te draaien, is het niet uit te sluiten dat de grens de komende jaren ook telkens wordt aangepast, om dekking te vinden voor andere uitgaven. Dat maakt langetermijnplanning bijzonder lastig. Maar dat was u, zeker in uw adviespraktijk voor ondernemers, al gewend.
Disclaimer
Dit artikel is geschreven naar inzicht van 8 november 2023. Stichting Erkend Hypotheekadviseur heeft bij het schrijven en redigeren van dit artikel de nodige zorgvuldigheid betracht. Stichting Erkend Hypotheekadviseur is op geen enkele wijze verantwoordelijk voor de schade die ontstaat als gevolg van eventuele onjuistheden in deze tekst.