Inloggen
Kennisbank

Vraag en antwoord Belastingdienst over differentiatie overdrachtsbelasting

15 apr 2021

Sinds 1 januari 2021 zijn tarieven voor de overdrachtsbelasting bij aanschaf van een woning gedifferentieerd. Het standaardtarief is 8%.

Voor een consument die een woning koopt en deze gedurende langere tijd (6 maanden) als hoofdverblijf gebruikt, geldt de startersvrijstelling of het lage tarief van 2%. Er zijn nog veel vragen over de uitwerking van de nieuwe wetgeving in specifieke gevallen. Op enkele daarvan geeft de Belastingdienst nu antwoord. Veel van de antwoorden zijn in lijn met de Memorie van Toelichting en Memorie van Antwoord van de staatssecretaris voor de invoering van het wetsvoorstel.

Eén antwoord is met name voor uw praktijk van belang. Dit antwoord gaat over de vraag of de koper de woning nog even mag verhuren aan de oud-eigenaar voordat de koper daadwerkelijk de woning betrekt.

De Belastingdienst staat korte bewoning door de oud-eigenaar toe, maar tot een maximale periode van 1 maand na de levering van de woning. Deze vraag heeft met name betrekking op het feit dat de startersvrijstelling sinds 1 april 2021 is gelimiteerd tot woningen met een waarde van € 400.000. Stel dat iemand 34 jaar en 10 maanden oud is en een woning koopt van minder dan € 400.000, dan komt hij nog in aanmerking voor de startersvrijstelling. Als de verkoper echter nog geen nieuwe woonruimte heeft, kan deze vragen om nog een tijdje in de woning te mogen verblijven. Zolang dit verblijf korter dan 1 maand is, is dit toegestaan. Maar als de woning bijvoorbeeld pas 2 maanden later beschikbaar komt aan de koper, dan kan de inspecteur alsnog overdrachtsbelasting naheffen. Dat zou dan 8% zijn, mogelijk verhoogd met een boete van 100% van dit bedrag.