Twee vragen en antwoorden gaan over tijdelijke oudedagslijfrenten. Kort samengevat, die antwoorden verduidelijken dat voor tijdelijke oudedagslijfrenten de maximale jaarlijkse uitkering (€ 22.443 in 2021) geldt voor het totaal van alle tijdelijke oudedagslijfrenten tezamen.
Alleen een overschrijding van dit maximum als gevolg van beleggingsrendementen tussen het moment van het berekenen van de uitkering en de uitkeringen zelf die leidt tot overschrijding van dit bedrag, heeft dit niet tot gevolg dat er revisierente in rekening wordt gebracht.
Een meer opvallend antwoord, gaat over een vraag over de minimale looptijd van een levenslange bancaire lijfrente. De hoofdregel (voor een bancaire lijfrente) is: het aantal jaren tot de AOW-leeftijd + 20 jaar. Maar de Belastingdienst legt het begrip ‘jaren’ heel letterlijk uit. Een ‘jaar’ is een aaneengesloten periode van 12 maanden. Dat kan er toe leiden dat de totale looptijd toch iets korter is dan de exacte periode voorafgaand aan de AOW-leeftijd + 20 jaren.
Een voorbeeld: als iemand op 1 september 2021 de levenslange oudedagslijfrente laat ingaan, terwijl hij op 10 augustus 2022 de AOW-leeftijd bereikt, dan is dat minder dan 1 jaar voor de AOW-leeftijd. Dat betekent dat de duur van 20 jaren niet verlengd hoeft te worden. Kortom: in dat geval mag de levenslange bancaire oudedagslijfrente eindigen op 1 september 2041, zonder dat dit een overtreding is van de hoofdregel.
Tot slot bevestigt de Belastingdienst dat een bancaire lijfrente, in tegenstelling tot een verzekerde lijfrente, mag toekomen aan een niet-natuurlijk persoon bij overlijden. Dit kan bijvoorbeeld een goed doel zijn, zoals een ANBI. De termijnen moeten dan al zijn ingegaan: het overlijden moet dus gebeuren tijdens de uitkeringsfase. Als de bancaire lijfrente in de opbouwfase zit, moeten de termijnen direct ingaan en wèl toekomen aan een natuurlijk persoon.
Disclaimer
Dit artikel is geschreven naar inzicht van 1 juli 2021. Stichting Erkend Hypotheekadviseur heeft bij het schrijven en redigeren van dit artikel de nodige zorgvuldigheid betracht. Stichting Erkend Hypotheekadviseur is op geen enkele wijze verantwoordelijk voor de schade die ontstaat als gevolg van eventuele onjuistheden in deze tekst.