In de Trhk zijn tabellen met bijbehorende financieringslastpercentages opgenomen. Deze tabellen zijn aangepast in overeenstemming met het Nibud-adviesrapport Financieringslastnormen 2021[1].
In dit adviesrapport van het Nibud staat dat voor vrijwel alle huishoudens die volgend jaar een inkomensstijging hebben, het bedrag voor de maximale hypotheek stijgt. Daarnaast kan het tweede inkomen in 2021 voor 90% meetellen bij het vaststellen van het financieringslastpercentage. In 2021 wordt een gemiddelde loonstijging van 1,4% verwacht. In dat geval is er voor vrijwel alle huishoudens een stijging van de maximale hypotheek. Voor hogere inkomens stijgt de maximale hypotheek meer dan voor lagere inkomens omdat hun inkomensstijging in euro’s hoger is. De geadviseerde financieringslastnormen gaan uit van een bestendig inkomen.
Bron: Nibud
Aan de hand van onderstaande voorbeeldberekeningen is inzichtelijk gemaakt wat de verschillen in maximale hypotheek zijn. Het verschil in leencapaciteit tussen 2020 en 2021 voor een niet-AOW gerechtigde(n) met een (actuele) toetsrente van 1,0% (rentevaste periode = 10 jaar) is als volgt berekend:
- in de 2e kolom zonder een door Nibud veronderstelde loonstijging van 1,4%, en:
- in de 5e kolom met een door Nibud veronderstelde loonstijging van 1,4%.
Maximale leencapaciteit toetsrente 1,0% (eenverdiener)
Inkomen |
Maximale lening zonder loonstijging in 2021 |
Maximale lening 2020 |
Verschil t.o.v. 2020 |
Inkomen +1,4% in 2021 |
Maximale lening met loonstijging in 2021 |
Verschil t.o.v. 2020 |
€ 25.000 |
€ 110.113 |
€ 110.113 |
€ 0 |
€ 25.350 |
€ 111.655 |
€ 1.542 |
€ 30.000 |
€ 132.136 |
€ 132.136 |
€ 0 |
€ 30.420 |
€ 133.985 |
€ 1.849 |
€ 35.000 |
€ 158.692 |
€ 154.158 |
€ 4.534 |
€ 35.490 |
€ 160.914 |
€ 6.756 |
€ 40.000 |
€ 181.362 |
€ 176.181 |
€ 5.181 |
€ 40.560 |
€ 183.902 |
€ 7.721 |
€ 45.000 |
€ 204.033 |
€ 204.033 |
€ 0 |
€ 45.630 |
€ 206.889 |
€ 2.856 |
€ 50.000 |
€ 233.180 |
€ 226.703 |
€ 6.477 |
€ 50.700 |
€ 236.445 |
€ 9.742 |
€ 55.000 |
€ 256.498 |
€ 256.498 |
€ 0 |
€ 55.770 |
€ 260.089 |
€ 3.591 |
€ 60.000 |
€ 295.362 |
€ 295.362 |
€ 0 |
€ 60.840 |
€ 299.497 |
€ 4.135 |
* Bij inkomens tot € 31.000 zijn in de berekeningen de woonquotes verhoogd met 3%
Maximale leencapaciteit toetsrente 1,0% (tweeverdieners)
1e en 2e inkomen** |
Maximale lening zonder loonstijging in 2021 |
Maximale leencapaciteit 2020 |
Verschil t.o.v. 2020 |
Inkomens +1,4% loonstijging in 2021 |
Maximale lening met loonstijging in 2021 |
Verschil t.o.v. 2020 |
€ 25.000 / € 15.000 |
€ 181.362 |
€ 176.181 |
€ 5.181 |
€ 25.350 / € 15.210 |
€ 183.902 |
€ 7.721 |
€ 25.000 / € 20.000 |
€ 204.033 |
€ 198.203 |
€ 5.830 |
€ 25.350 / € 20.280 |
€ 206.889 |
€ 8.686 |
€ 30.000 / € 15.000 |
€ 204.033 |
€ 198.203 |
€ 5.830 |
€ 30.420 / € 15.210 |
€ 206.889 |
€ 8.686 |
€ 30.000 / € 20.000 |
€ 233.180 |
€ 226.703 |
€ 6.477 |
€ 30.420 / € 20.280 |
€ 236.445 |
€ 9.742 |
€ 35.000 / € 15.000 |
€ 233.180 |
€ 226.703 |
€ 6.477 |
€ 35.490 / € 15.210 |
€ 236.445 |
€ 9.742 |
€ 35.000 / € 20.000 |
€ 256.498 |
€ 256.498 |
€ 0 |
€ 35.490 / € 20.280 |
€ 260.089 |
€ 3.591 |
€ 35.000 / € 25.000 |
€ 287.589 |
€ 279.816 |
€ 7.773 |
€ 35.490 / € 25.350 |
€ 291.615 |
€ 11.799 |
** Bij het bepalen van de woonquote is uitgegaan van het hoogste inkomen plus 90% van het laagste Inkomen. Het Nibud adviseert om bij het bepalen van het financieringslastpercentage het tweede inkomen in 2021 voor 90% mee te laten tellen.
Financieringslastpercentages bij leningen in box 3
Steeds vaker gaan consumenten een hypothecair krediet aan, waarover de rente niet aftrekbaar is. Zij kiezen bijvoorbeeld bewust voor een aflossingsvrije lening (zonder dat ze daarvoor fiscaal overgangsrecht hebben), omdat het volledig aflossen van de lening niet nodig en relatief duur wordt geacht. Het Nibud adviseert ook over de financieringslastpercentages van deze box 3-leningen.
Bron: Nibud
Impact studieleningen op LTI
Mensen met een studieschuld kunnen volgend jaar meer lenen dan dit jaar. Dit komt doordat de wegingsfactor voor studieleningen (lastencorrectie) lager wordt als gevolg van de gedaalde rente op studieleningen. Volgens het Nibud scheelt het bij een studieschuld van € 25.000 euro ongeveer € 7.000 à € 8.000. Bij forse studieschulden blijft de impact op het te lenen bedrag groot. Een studieschuld in het oude stelsel (aflossen in 15 jaar) beperkt de hypotheek met ongeveer het dubbele (€ 10.000 studieschuld beperkt de leencapaciteit met € 20.000), in het nieuwe stelsel (aflossen in 35 jaar) is het ongeveer 1-op-1 (€ 10.000 studieschuld beperkt de leencapaciteit met € 10.000).
In 2021 wordt de weging op meerdere factoren gebaseerd:
- afhankelijk van de rente op studieleningen zelf,
- èn op de soort lening: voor leningen voor beroepsonderwijs geldt een looptijd van 15 jaar en een lening voor hoger onderwijs heeft een looptijd van 35 jaar.
Omdat er twee factoren van invloed zijn op de lasten-correctie, wordt in de Trhk een extra tabel ingevoegd om deze factor af te kunnen lezen. De wegingsfactor voor studieleningen wordt bepaald op grond van onderstaande tabel en wordt de wegingsfactor vermenigvuldigd met het oorspronkelijke bedrag van de studielening.
Rentepercentage op studielening (in %) |
Wegingsfactor bij aflosperiode studielening van 15 jaar (in %) |
Wegingsfactor bij aflosperiode studielening van 35 jaar (in %) |
<1 |
0,65 |
0,35 |
1 - <1,5 |
0,7 |
0,4 |
1,5 - <2 |
0,75 |
0,45 |
2 - <2,5 |
0,8 |
0,5 |
2,5 - <3 |
0,85 |
0,55 |
3 - <3,5 |
0,85 |
0,6 |
3,5 - <4 |
0,9 |
0,65 |
4 - <4,5 |
0,95 |
0,7 |
4,5 - <5 |
1,0 |
0,75 |
Bron: artikel 3a Tijdelijke regeling hypothecair krediet (nieuw)
De rente op de studielening wordt jaarlijks vastgelegd in de Wet Studiefinanciering en is afhankelijk van de rente op Nederlandse Staatsobligaties. Bij een actuele rente op de studielening van 0% geldt voor studieleningen met een looptijd van 15 jaar een weging van 0,65% en met een looptijd van 35 jaar een weging geldt van 0,35%.
[1] Met het rapport Financieringslastnormen 2021 adviseert het Nibud de Rijksoverheid over de financieringslastnormen voor hypothecaire financiering voor 2021. Deze normen vormen een onderdeel van de Regeling hypothecair krediet.
Disclaimer
Dit artikel is geschreven naar inzicht van 10 november 2020. Stichting Erkend Hypotheekadviseur heeft bij het schrijven en redigeren van dit artikel de nodige zorgvuldigheid betracht. Stichting Erkend Hypotheekadviseur is op geen enkele wijze verantwoordelijk voor de schade die ontstaat als gevolg van eventuele onjuistheden in deze tekst.