Een echtpaar had een woning in eigendom, die kwalificeerde als eigen woning in de zin van de Wet inkomstenbelasting 2001. Bij deze woning behoorde een tuinhuis. Sinds 2015 verhuurden het echtpaar via Airbnb dit tuinhuis. In cassatie is in geschil of de inkomsten uit tijdelijke verhuur van het tuinhuis in 2015 belast zijn in box 1.
Rechtbank en het hof oordeelden eerder dat de tijdelijke verhuur niet belast was in box 1. Volgens de rechtbank kon de tijdelijke verhuur van het tuinhuisje in het geheel niet worden belast. Het hof besliste dat de tijdelijke verhuur van het tuinhuisje was belast in box 3.
De Hoge Raad denkt daar dus anders over. Volgens de Hoge Raad wilde de wetgever niet dat door tijdelijke verhuur van een eigen woning, die woning niet meer zou kwalificeren als eigen woning. Aan die bedoeling van de wetgever zou onvoldoende recht worden gedaan als de tijdelijke terbeschikkingstelling van een gedeelte van de eigen woning of een aanhorigheid bij een eigen woning aan derden tot een ander gevolg zou leiden dan de tijdelijke terbeschikkingstelling van de gehele woning.
Disclaimer
Dit artikel is geschreven naar inzicht van 13 oktober 2020k. Stichting Erkend Hypotheekadviseur heeft bij het schrijven en redigeren van dit artikel de nodige zorgvuldigheid betracht. Stichting Erkend Hypotheekadviseur is op geen enkele wijze verantwoordelijk voor de schade die ontstaat als gevolg van eventuele onjuistheden in deze tekst.