Inloggen
Kennisbank

Hoge Raad: Inkomsten uit verhuur van tuinhuis bij eigen woning toch belast in box 1

15 okt 2020

De regeling voor tijdelijke verhuur van een eigen woning is volgens het oordeel van de Hoge Raad ook van toepassing op een tijdelijke verhuur van een gedeelte van die eigen woning of een aanhorigheid bij die eigen woning. Ook bij de tijdelijke verhuur behoort het tuinhuis tot de eigen woning.

Een echtpaar had een woning in eigendom, die kwalificeerde als eigen woning in de zin van de Wet inkomstenbelasting 2001. Bij deze woning behoorde een tuinhuis. Sinds 2015 verhuurden het echtpaar via Airbnb dit tuinhuis. In cassatie is in geschil of de inkomsten uit tijdelijke verhuur van het tuinhuis in 2015 belast zijn in box 1.

Rechtbank en het hof oordeelden eerder dat de tijdelijke verhuur niet belast was in box 1. Volgens de rechtbank kon de tijdelijke verhuur van het tuinhuisje in het geheel niet worden belast. Het hof besliste dat de tijdelijke verhuur van het tuinhuisje was belast in box 3.

De Hoge Raad denkt daar dus anders over. Volgens de Hoge Raad wilde de wetgever niet dat door tijdelijke verhuur van een eigen woning, die woning niet meer zou kwalificeren als eigen woning. Aan die bedoeling van de wetgever zou onvoldoende recht worden gedaan als de tijdelijke terbeschikkingstelling van een gedeelte van de eigen woning of een aanhorigheid bij een eigen woning aan derden tot een ander gevolg zou leiden dan de tijdelijke terbeschikkingstelling van de gehele woning.