Kifid: Rabo mag klanten fiscaal voordeel SEW bij overlijden niet onthouden

14 mei 2019

Rabobank moet bij overlijden van een van de rekeninghouders van een SEW toestaan dat de SEW wordt voortgezet door de partner. Dat oordeelt het Kifid in een zaak die de langstlevende partner heeft aangespannen.

In de voorwaarden van de Rabo OpbouwSpaarrekening is weliswaar opgenomen dat als een van de rekeninghouders overlijdt, de langstlevende partner de helft van het geld dat op dat moment op de SEW staat, moet gebruiken om af te lossen op de OpbouwHypotheek. Dat is ook wat er is gebeurd door de Rabobank, maar fiscaal (wet IB) is het toegestaan dat de langstlevende partner bij overlijden de SEW volledig mag voortzetten. De consument/partner klaagde bij het Kifid dat de Rabo hem deze fiscale voortzettingsmogelijkheid niet heeft aangeboden. De partner begrootte de schade op ruim € 18.000.

Het Kifid geeft de partner gelijk, omdat de Rabobank niet duidelijk heeft gemaakt waarom ze de fiscale mogelijkheden van de partner heeft beperkt. Daarbij komt volgens Kifid dat de langstlevende partner “zwaarwegende belangen heeft bij gebruik van een niet door de Bank geboden wettelijke mogelijkheid”. De fiscale mogelijkheid in de Wet Inkomstenbelasting is volgens de man immers in het leven geroepen om financiële pijn na overlijden zoveel mogelijk te beperken. Dat vindt het Kifid ook en dus oordeelt het Kifid dat de weigering van de Rabobank de SEW op alleen de naam van langstlevende partner voort te zetten naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is. De Geschillencommissie veroordeelt Rabo tot betaling van € 11.523, omdat het voordeel dat de partner heeft van de aflossing in mindering moet worden gebracht op het renteverlies.

Rabobank heeft aangegeven in beroep te willen tegen de uitspraak. Normaal staat de beroepsmogelijkheid bij Kifid open bij vorderingen van minimaal € 25.000. De Geschillencommissie stelt beroep in deze klacht open, omdat ze vindt dat het belang van deze zaak dat rechtvaardigt.